Vooruit met Simone Kleinsma: herinnering als ankerpunt

Hoe begin je aan een recensie over Simone Kleinsma? Ze is een levende legende, een vrouw die haar publiek al decennia lang moeiteloos weet te troosten, te laten lachen en soms even stil te krijgen. En toch voelt Vooruit niet als een terugblik, maar als een zachte beweging richting iets nieuws: ouder worden, de stad zien veranderen, en je herinneringen voorzichtig aanraken zoals je een oud parfum opent, nieuwsgierig naar wat er nog van over is.

In Vooruit, geschreven door onder anderen Frank Houtappels, Jan Beuving, Peer Wittenbols en Yentl & De Boer, keert Kleinsma terug naar de plek van haar jeugd. Een pompstation aan het eind van de Utrechtsestraat, dat door haar vader werd gerund in de jaren zestig. Samen met Paul Groot, haar geestige tegenspeler in de musical De Hospita en begeleid door een ijzersterke driemansband, weeft ze verhalen en liedjes tot een avond die net zo goed voelt als een handgeschreven brief. Persoonlijk, zorgvuldig, melancholisch en soms onverwacht snedig.

Wat op papier misschien nostalgisch had kunnen worden, groeit op het toneel uit tot iets veel rijkers. Nostalgie is er, zeker; in de sfeer, de zwart-witbeelden, de details over buurvrouwen met te veel parfum en het geluid van Amsterdamse tramrails. Maar Kleinsma maakt het nooit zoet. Ze gebruikt het verleden niet als decor, maar als lens om naar het nu te kijken.

Een absoluut hoogtepunt is het nummer De meisjes van de Utrechtsestraat (tekst: Yentl & De Boer), dat begint als een ode aan oude stadsbeelden, maar zich langzaam ontvouwt tot een pijnlijk actuele observatie: alles veranderde, behalve het ongemak van vrouwen die met een sleutelbos in hun hand naar huis fietsen. De melancholie schuurt, en dat is precies de bedoeling.

Ook het duet Alle buren moeten dood (tekst: Elmer) is een sterk moment van cabareteske overdrijving met onderliggende ernst. Het laat zien hoe Simone en Paul met luchtigheid ook iets naars kunnen raken: de verharding van de stad, het verlies van gemeenschapsgevoel. Hun timing is fenomenaal, de afwisseling tussen bitterzoet en guitig voelt als het keren van een kussen: koel en verfrissend.

En dan zijn er natuurlijk de stemmen. Kleinsma’s stem blijft een baken van warmte even stevig als kwetsbaar en Groot vult haar prachtig aan, nooit dominerend, altijd aanvullend. Samen zijn ze geen komisch duo, geen nostalgisch stel, maar iets subtielers: twee mensen die elkaar de ruimte geven om te herinneren.

Wat Vooruit vooral zo bijzonder maakt, is de vanzelfsprekendheid waarmee Kleinsma haar publiek meeneemt. Alsof we bij haar thuis op bezoek zijn, een kop thee in onze hand, en zij vertelt. Over haar vader, over buurmeisje Carla Hennekes die nooit haar mond houdt, over de Amsterdamse dagen van toen – en, stiekem, ook een beetje over nu.

Simone Kleinsma hoeft niks meer te bewijzen. En juist daardoor maakt ze nu haar meest persoonlijke werk. Een ode aan ouder worden zonder weemoed, aan blijven kijken terwijl de stad om je heen transformeert. Een tijdcapsule met een open deksel.

En ja ik heb gelachen. Maar ook op het puntje van mijn stoel gezeten. Zoals dat hoort bij avonden die ergens over gaan.


Volgende
Volgende

Fotoverslag: The Song of the Earth van David Hockney