Gronieken: mythen in de modder; groots, geestig, maar niet zonder ruis

In Gronieken blaast schrijver Bouke Oldenhof de klassieke mythologie nieuw leven in, met Groningse tongval en dito zelfspot. Onder de open hemel, op een uitgestrekte zandvlakte net buiten de stad, ontvouwt zich een theatrale onderneming van mythische proporties. Met groot koor, orkest, lichtmasten, kostuums en een reusachtige tribune wordt de arena gevormd voor een moderne, nuchtere herschrijving van eeuwenoude godenverhalen.

Scenefoto’s door Reyer Boxem

Verteller en oppergod Gronos (een vertrouwde en krachtige Marcel Hensema) leidt het publiek langs een mozaïek van verhaallijnen: van Promethé-us (Mirjam Stolwijk) die de Groningse Adam en Eva, Evert en Ada, uit klei vormt, tot Hades en Persefóne, en de wanhopige moeder Demeter die de wereld in een eindeloze winter dompelt. Een mythenmix, met een duidelijk doel: laten zien hoe verhalen richting geven, maar ook kunnen splijten.

De voorstelling is ambitieus en vol – soms iets té. Oldenhof toont zich een taalvirtuoos, maar niet alle verhalen krijgen de ruimte om echt tot wasdom te komen. Sommige scènes waaieren uit in filosofische bespiegelingen of speelse, cabareteske zijpaden – zoals de mensen die aan elkaar vastzitten – en hoewel die luchtigheid op momenten fijn werkt, raakt de spanningsboog daardoor soms wat versnipperd. Het begin van de voorstelling is krachtiger en helderder dan het einde. Waar de muziek in eerdere edities van Zummerbühne vaak echt binnenkwam, bleef dat dit keer iets meer op afstand. De muziek is mooi gecomponeerd en wordt goed uitgevoerd, maar raakt minder diep en blijft niet altijd hangen. Het spel en de verhaallijnen zijn zo sterk en vermakelijk, dat de liedjes soms juist voor een onderbreking zorgen in plaats van verdieping.

Daar staat veel tegenover. Zo is het fysieke, soms clowneske spel van Matija Franjes als Kerberus een genot om naar te kijken. Zijn lichaamstaal, timing en energie geven lucht aan scènes die anders zwaar hadden kunnen worden. Zijn rol toont hoe humor en fysiek spel ook binnen een grootse setting de toon kunnen bepalen.

Visueel is Gronieken bij vlagen overweldigend. De zandvlakte, de belichting, de wijze waarop spelers opkomen en verdwijnen: het doet denken aan antieke openluchtrituelen. Het decor of beter gezegd: het landschap zelf, draagt krachtig bij aan de theatrale ervaring. Dat de god Gronos af en toe reflecteert op de politieke en maatschappelijke toestand zonder in pamflettisme te vervallen, toont het intellect onder de oppervlakte.

En toch. Juist omdat het geheel zoveel omarmt mythologie, satire, filosofie, spektakel, schuilt er het risico dat het publiek houvast verliest. De voorstelling roept veel op, maar maakt niet altijd keuzes. Wat beklijft, zijn de beelden, de grootsheid, en de inventieve manier waarop klassieke verhalen zijn verankerd in de Groningse klei. Maar wie zoekt naar een strak gecomponeerd drama met helder spanningsverloop, zal af en toe tussen de zandkorrels naar richting moeten graven.

Gronieken is daardoor vooral een ode aan het vertelplezier en aan de verwarring die ontstaat als verhalen botsen en overvloeien. Zoals altijd vond mijn moeder die samen met mijn vader mee was het trouwens weer geweldig. En eerlijk is eerlijk: soms is dat oordeel minstens zo waardevol als dat van een recensent.

Gronieken is nog tot en met 14 september te zien in Groningen en zoals altijd kan ik zeker aanraden om zelf een kijkje te gaan nemen en je eigen mening te vormen. Die van mij is er namelijk ook maar één.

Volgende
Volgende

Recensie: ‘Zo dichtbij dat het schuurt: Dear Evan Hansen de musical, eindelijk!’