De Pupil is een film, over seksueel geweld bij kinderen, waar je niet van weg kunt kijken

Er zijn films waarbij je achteroverleunt en er zijn films waarbij je ongemerkt naar voren schuift, alsof je iets moet opvangen dat anders aan je voorbij zou glippen. De Pupil, de nieuwe film van Karin Junger, die gisteravond in première ging op het Nederlands Film Festival, behoort tot die laatste categorie. Geen moment is er iets expliciet te zien, maar alles voelt naakt. Elk shot, elk woord, elke aanraking draagt het gewicht van dat wat verzwegen blijft als iets wat je niet wil aanraken, maar ook niet kan negeren.

Gijs Naber speelt de voetbalcoach die zijn jonge pupil langzaam omwikkelt met vleiende woorden, ongebruikelijke aandacht, vriendelijkheid en een aura van onvoorwaardelijke steun. Zijn optreden is beheerst, maar juist daardoor huiveringwekkend. Je haat hem niet. En dat is de beklemming. De grootste schrik is misschien niet wat hij doet, maar hoe geloofwaardig hij blijft ook voor jezelf. Als het kwaad eruitzag als kwaad, zouden we het herkennen.

De ouders, Hadewych Minis en Marcel Hensema, spelen overtuigend de rol van onwetende medeplichtigen. Geen karikaturen van slechte ouders, maar goedbedoelende mensen die het juiste willen doen en daarbij structureel het verkeerde over het hoofd zien. Eerst heerst er nog zorgeloosheid, een soort burgerlijke tevredenheid – AVG op tafel, gezellig kletsen. Later komt de stilstand, dan de wanhoop. Niet weten wat te zeggen, niet weten wat het juiste is. Hoe troost je een kind dat door jouw onoplettendheid in het duister is gestapt?

En dan Bart de Wilde. Debuterend. Een gezicht dat nog maar net zijn kindertijd heeft afgeschud, en tegelijk al die blik van iemand die te vroeg te veel begrijpt. Hij speelt Daan zonder pathos of heldendom, maar met een menselijke breekbaarheid. Hij speelt een jongen die zich leeg voelt op een manier waar geen woorden voor zijn. In zijn lichaam, in zijn stilte, zit het verhaal dat de film niet uitlegt: de vervreemding, de verwarring, het moeizaam overeind blijven tussen loyaliteit en schaamte.

Junger kiest niet voor de suggestie van gesloten deuren. Ze kijkt. En ze laat ons kijken. Niet als voyeur, maar als medeplichtige samenleving. Haar camera staat stil, het licht is zacht, de kleuren dof als de ochtend na een slapeloze nacht. Het tempo van de film dwingt je te blijven, ook als je weg wilt kijken. Het echte geweld zit niet in handen, maar in woorden die net te lief zijn, in aanrakingen die net te toevallig zijn.

Het is belangrijk dat zulke verhalen verteld worden. Niet alleen omdat dit specifieke verhaal gebaseerd is op een waargebeurd voorval, maar ook omdat het laat zien wat we vaak liever vergeten: dat veel van dit soort misbruik niet komt van vreemden in donkere steegjes, maar van bekenden. Van trainers, huisvrienden, mensen die vertrouwen winnen en dat vertrouwen beschamen. Juist daarom moet het gezien en besproken worden. En de cijfers liegen er niet om: 1 op de 7 kinderen krijgt te maken met seksueel overschrijdend gedrag.

De Pupil is niet alleen het verhaal van Daan. Het is een spiegel voor iedereen die denkt: zoiets zou ik wel herkennen. Het toont hoe misbruik niet schreeuwt, maar fluistert. En hoe een dorp, een club, een familie liever negeert dan toegeeft dat het kwaad wellicht ook een gezicht kan hebben dat je kende en zelfs mocht.

De film laat je niet los omdat hij je niet overspoelt. Hij sijpelt. Als regen in een jasje dat pas uren later koud begint aan te voelen. Je begrijpt dat het gebeurt, dat het wéér gebeurt, en dat we steeds te laat zijn. En juist daardoor komt de hoop, fragiel en schuchter, uit onverwachte hoek: in de ogen van Daan, in de kleine gebaren van mensen die, eindelijk, luisteren zonder te veroordelen.

De Pupil is geen film die iets afsluit. Het is een begin. Een opening van een gesprek dat we niet langer kunnen vermijden.

Een absolute aanrader. Maar wees gewaarschuwd: je zult ongemakkelijk blijven ademen tot het scherm zwart wordt. En misschien zelfs daarna.

Volgende
Volgende

‘Voor de Meisjes’ legt de zenuw bloot die we liever bedekken