Waarom als journalist als laatste opstaan bij een staande ovatie?

Als journalist heb ik het geluk om regelmatig evenementen en voorstellingen bij te wonen. Vaak sluit zo'n evenement af met een applaus of soms zelfs een staande ovatie. Maar wat is eigenlijk het verschil tussen die twee? En waarom is het als journalist belangrijk om niet als eerste te gaan staan?

Een applaus is eigenlijk heel simpel. Het is een manier om waardering te tonen voor de prestatie van de artiest of spreker die zojuist op het podium stond. Het publiek klapt in de handen om te laten merken dat ze het optreden goed vonden. Meestal duurt een applaus maar kort en gaat iedereen daarna weer zitten.

Een staande ovatie gaat nog een stapje verder. Het publiek blijft niet zitten, maar gaat staan om te applaudisseren. Dit gebeurt meestal als het publiek echt onder de indruk is van het optreden. Een staande ovatie is dus een teken van grote waardering.

Als journalist is het belangrijk om bij dit soort evenementen onpartijdig te blijven. We zijn er om verslag te doen en niet om onze persoonlijke mening te geven. Als we als eerste gaan staan tijdens een staande ovatie, kan dat verkeerd overkomen. Het kan de indruk wekken dat we bevooroordeeld zijn en dat we onze mening willen laten gelden. Dat kan afbreuk doen aan ons werk als journalist en ons objectiviteit kosten. Als journalist is het dus beter om even te wachten tot het grootste deel van het publiek is gaan staan voordat je zelf opstaat. Zo houd je je neutraliteit en blijf je geloofwaardig als verslaggever.

Maar dat betekent natuurlijk niet dat we als publiek niet mogen genieten van een goede voorstelling en onze waardering mogen tonen. Het is juist belangrijk om als publiek onderscheid te maken tussen een applaus en een staande ovatie, zodat deze gebaren hun kracht behouden. Als we bij elk optreden automatisch opstaan en applaudisseren, verliest een staande ovatie zijn bijzondere betekenis. Het is daarom goed om ons bewust te zijn van het verschil en het pas te gebruiken wanneer we echt diep onder de indruk zijn. Zo houden we het optreden bijzonder en laten we de artiest of spreker zien dat hij of zij echt iets bijzonders heeft neergezet.

Vorige
Vorige

Het Zwanenmeer: Een metafoor voor de hoop in moeilijke tijden

Volgende
Volgende

Musea buiten de gebaande paden: verrassende collecties in Nederlandse steden buiten de randstad