Voornemens voor een valse start

Braaf vierde ik dit jaar oud en nieuw zoals het clubje in Den Haag het wilde. Zo’n oud en nieuw die je als begin twintiger op een post-it schreef met de waarschuwing nooit zo te worden. Als stelletje op bezoek bij het andere bevriende stelletje. Sorry post-it, zo ben ik nu. Het is de tijd van stelletjes. Ook met oud en nieuw. Zonder te veel verwachtingen natuurlijk, want dat hebben we als dertiger leren los te laten. Het is ook niet meer echt wat het geweest is. Dat bleek op oudjaarsavond aan alles. Zo waren we bijvoorbeeld te vroeg met het poppen van de champagne en te laat met het aftellen. Alles liep een beetje uit sync. Precies zoals het zou moeten in deze tijd. Want welke van mijn plannen lopen er wel in sync met de uitgestippelde carrière? Weinig van het lijstje heb ik af kunnen vinken. Heb ik dan de kansen die er nog wel lagen wel genoeg benut?

Net iets te vroeg klaarstaan voor het startschot, toch iets te laat een sprintje maken en dan halverwege teruggefloten worden omdat het toch een valse start was.
— Deborah

Achteraf gezien had ik me tijdens de eerste lockdown het beste gelijk kunnen inschrijven voor het moederschap. Daar was ik toen alleen niet aan toe en ook nu rammelt er nog niets rondom mijn baarmoeder. Toch, het was een efficiënte invulling geweest van deze tijd, waarin we constant in de startblokken stonden, maar vastgelijmd waren aan de grond. Net iets te vroeg klaarstaan voor het startschot, toch iets te laat een sprintje maken en dan halverwege teruggefloten worden omdat het toch een valse start was. Mijn oud en nieuw was dus heel tekenend voor afgelopen jaren. Wil ik wel ooit moeder worden moet ik maanden inleveren van mijn vruchtbare tijd als carrièresprinter – er valt wat in te halen. Die luxe heb ik als artiest helemaal niet. Artiesten moeten na dit hele gebeuren elke minuut van elke dag gaan wijden aan dat wat wij nu al twee jaar niet meer mogen: het delen van ons werk met de laatste overgebleven kunstliefhebber. Zij die de culturele afsterving overleefd hebben en nog weten wat ze missen.

Bij het nieuwe jaar komt ook vanalles kijken. Eerst een kater, dan de voornemens. Ook dit jaar trapte ik er weer in, prikte de gewoonte dwars door mijn pessimisme heen. Zo zijn er dus toch wat voornemens in mijn hoofd gekropen, ook al zal ik dat altijd ontkennen. Er zijn maar vijf echte voornemens, mits je geen roker, maar wel een drinker bent. Gezonder eten (een veilig woord voor afvallen), productiever werken, meer sporten, minder drinken, op tijd opstaan. Niemand wijkt daarvan af. Er is geen reden om ervan uit te gaan dat ik dat wel zal doen. Met die goede voornemens heb ik dus al een fantastische eerste week gehad. Ik heb namelijk de fijne parasiterende eigenschap dat ik nooit echt kan geloven dat iets gebeurt tot het echt gebeurt. Hoe aannemelijk het ook is dat de maatregelen zullen worden verlengd, zolang het niet gezegd is, geloof ik het diep van binnen niet. Daardoor sta ik al een week op tijd op en werk ik weer gedisciplineerd aan mijn nieuwe voorstelling. Ik heb mijzelf in de startblokken gezet.

Volledig tegen mijn aard in heeft 2022 mij gevoed met optimisme. Blijkbaar is echt alles dit jaar uit sync, maar daar beginnen we nu wel een beetje aan te wennen.  

Deze column is geschreven door kleinkunstenares, zangeres, podcastmaker en producer Deborah Smit en is onderdeel van de serie ‘De Makerscolumn’ die wekelijks hier verschijnt. Meer zien van Deborah?

DEBORAH

Kleinkunstenares, zangeres, podcastmaker, producer.
Ik ben Deborah. Een kleinkunstenares uit Amsterdam die het leven door middel van muziek beschouwt, bewondert en bevraagt. Ik schrijf teksten om mensen te leren begrijpen, produceer liedjes om mezelf te doorgronden en maak podcasts omdat ik millennial ben. Daarnaast kijk ik graag kattenfilmpjes en voel ik me regelmatig schuldig over het feit dat mijn leven nog wel wat duurzamer kan. Zal ook wel een generatieding zijn.”

https://hetlevenvandeborah.nl
Vorige
Vorige

Vergeet ze niet: Fien de la Mar

Volgende
Volgende

Kerstdromen